
© Aart van der Wal, januari 2025
Reger Collection
Brilliant Classics 97579 (18 cd's)
Opname: 1963-2023
In oktober 2016 besprak ik hier de uitmuntende biografie van Suanne Popp, Max Reger – Werk statt Leben. Mijn bespreking begon met een hartenkreet van Maarten 't Hart: Lieve God, geef ons toch Reger in het Concertgebouw in plaats van Mahler!
Sindsdien is er niets veranderd: het is er nog steeds, héél veel Mahler, de Mahler-feesten in het Amsterdamse Concertgebouw incluis, en slechts weinig Reger (en hij is bepaald de enige niet wiens oeuvre aan algehele verwaarlozing ten prooi is gevallen).
We kennen dit weliswaar als voldongen feit, maar over de oorzaak bevinden we ons in een schemergebied. Wie denkt aan een speling van het lot heeft wat mij betreft evenzeer gelijk als wie vindt dat er een plan achter steekt (Regers muziek trekt geen volle zalen, behoudens als een werkje van hem zit ingeklemd in de canon-sandwich). Een straatnaambordje kan er nog wel af, een vermelding in het een of andere naslagwerk lukt ook nog wel, maar wat puur muzikaal overheerst is toch vooral die oorverdovende stilte.
Musici weten bérgen te verzetten, maar anders dan de meeste programmamakers zijn ze per definitie beduidend minder of in het geheel niet gemakzuchtig. Dat laatste blijkt althans uit de seizoenprogramma's die al die programmamakers keurig, jaar in jaar uit, in opdracht van hoger hand samenstellen.
Het rechtstreekse gevolg van dit nogal wezenloos getob is evident: die van de vicieuze cirkel (in de trant van ‘wat de boer niet kent, dat eet hij niet'). Al sinds de jaren tachtig hebben de meeste orkesten en ensembles zich toegelegd op het reguliere repertoire om toch vooral bij het publiek geen aanstoot te geven. Zaalvulling staat hoger op de ranglijst dan avontuur en wie ertegen in opstand komt vindt geen enkel gehoor. Het is een nog steeds geldend adagium: dat wie moderne en eigentijdse muziek kan uitvoeren, geen moeite zal hebben met het ‘oude' repertoire, terwijl het omgekeerde volstrekt niet opgaat. Dat weten we wel, maar onze lethargische houding is er niet minder om.
Goed dat de cd er dus is. Goed dat er ook muziekdiensten zijn (wat dit betreft dan). Ze zorgen voor blik- en gehoorverruiming. Zonder censuur en niet afhankelijk van door programmakers opgelegde restricties. Dan is de boer dus afwezig. Wie er profijt van wil hebben wacht geen enkele beperking. Ziezo.
Waar stáát nu eigenlijk Johann Baptist Joseph Maximilian Reger (1873-1916) in de westerse muziekgeschiedenis? Wat mij betreft tussen de groten! Minder weliswaar als organist en dirigent, maar juist meer als componist én zeer gewaardeerde docent. De man die met zijn muziek een eeuwige brug wist te slaan tussen de late romantiek en het (vroege) modernisme. Die aan de overgeleverde, traditionele vormen een onvoorstelbare harmonische complexiteit wist mee te geven en die alleen al door het enorme aantal composities voor orgel zowel het oeuvre voor als de technische mogelijkheden van de ‘koning der instrumenten' in een nieuw licht plaatste. Hij was het die het ingenieuze contrapunt van Bach op uiterst inventieve wijze wist samen te smelten – en dan ook nog in overtreffende trap - met Wagners chromatiek, ontwikkelingen die weer hun invloed hadden op componisten als Sigfrid Karg-Elert, Paul Hindemith en Marcel Dupré.
Nee, het is géén gemakkelijke kost; en dat geldt zeker niet alleen voor dat kolossale orgelwerk. De door Reger ingelochten complexiteit bleek al van het nog vrij prille begin van een geheel andere orde te zijn dan tot dan van zijn voorgangers. Reger hield niet zo van concessies en dus betekende de dichtheid van zijn notenmateriaal e een ware aanslag op het bevattingsvermogen van zowel uitvoerders als toehoorders. Waar nog bijkwam dat hij er niet voor terugschrok om met die harmonische progressie - en bepaald niet en passant - de tonaliteit stevig uit te dagen. En dat in alle genres waarvan hij zich bediende, in het solo- en orkestrepertoire even prominent als in de kamermuziek (waar Reger zelfs als enige vooraanstaande voorloper geldt van wat nog komen zou: de Tweede Weense School).
Het aantal cd's dat nodig is om Regers gigantische oeuvre te omvatten heb ik niet willen tellen. Of een dergelijk project tot een een onmogelijke opgave moet worden gerekend weet ik evenmin, al lijkt tegenwoordig op dit vlak vrijwel niets meer onmogelijk. Zelf heb ik er bijna drie weken voor nodig gehad om, zij het met tussenpozen, deze achttien cd's (deels opnieuw) te beluisteren en te beoordelen.
Dat Brilliant Classics met deze uitgave voor enige verwarring heeft gezorgd staat buiten kijf, maar had wel voorkomen kunnen worden. Er is immers al een door dit label uitgebrachte Reger Collection, hier door collega Siebe Riedstra besproken.Toen op 11 cd's, nu - in meer uitgebreide vorm - op 18 cd's. Het ligt aldus voor de hand om die vorige release, die alweer uit 2013 dateert, gewoon maar te 'skippen' en met deze nieuwe uitgave aan de slag te gaan (voor de prijs hoeft u het in ieder geval niet te laten). Nieuw in die zin dat niet alle in deze box vertegenwoordigde opnamen aan die kwalificatie voldoen: de opnamen omspannen maar liefst zestig jaar, 1963 tot 2023, deels zelfs nog stammend uit de toenmalige DDR met zijn VEB's, de zich in staatshanden bevindende 'Volkseigene Betriebe' (ondernemingen die volgens het regiem aan de arbeiders toebehoorden).
Het zal u bij achttien cd's zeker niet verbazen dat niet iedere uitvoering of opname op deze compilatie het stempel 'subliem', verdient, maar er is geen betere manier om op 'handzame' wijze kennis te nemen van wat met een gerust hart Regers Grote Kunst mag worden genoemd. Ik kan mij vervolgens aansluiten bij hetgeen Siebe Riedstra in zijn reeds aangehaalde recensie opmerkt: dat (ook) deze Collection een onweerstaanbaar alternatief biedt voor de nieuwsgierige muziekliefhebber. Het inhoudsoverzicht (in pdf) helpt u alvast op weg.
Original: https://www.opusklassiek.nl/cd-recensies/cd-aw/reger11.htm